De grote illusie
Onze persoonlijkheid is niet wie wij ten diepste zijn. Het is een (zelf)beeld, een constructie, een strategie die ons moet helpen om te gaan met de wereld om ons heen, én die ons moet helpen de herinnering aan ons gevoel van onvolledigheid te vergeten. Maar de constructie van de persoonlijkheid is een verraderlijke oplossing, want juist door onze persoonlijkheid blijft het gevoel van onvolledigheid knagen. Dat is logisch, want de persoonlijkheid is tenslotte gevormd om het gemis te verzachten. Je kunt het vergelijken met een verband dat een wond bedekt: het houdt de wond uit zicht, én maakt duidelijk dat er een wond moet zijn. Waarom zou het verband er anders zijn?
De persoonlijkheid vertelt ons, dat wij de leegte die wij voelen kunnen vervullen door die vervulling van buiten te halen, bijvoorbeeld in de vorm van waardering en erkenning. Onde de invloed van onze persoonlijkheid zijn we er allemaal van overtuigd geraakt dat we waardering en erkenning nodig hebben, dat 'gezien worden' door anderen de 'lifeline' is waar we allemaal van afhankelijk zijn. En zo is de afhankelijkheid van andere mensen geboren. Zonder de ogen van anderen op ons gericht voelen wij ons niets. We zijn tot alles in staat, werkelijk alles, om erkenning en waardering van anderen te krijgen. Zij moeten ons waarderen, zij moeten ons erkennen en zien, anders zijn wij nergens. Zo denken wij althans.
Dat we zo denken is niet vreemd, want wij allemaal kennen kortstondige momenten waarin wij heelheid ervaren, bijvoorbeeld als we verliefd zijn. Maar dat gevoel van heelheid is meestal van korte duur. Dan slaat de liefde om in frustratie en zelfs haat, omdat onze liefdespartner niet in staat blijkt onze leegte op de langere termijn te vervullen. De ander, die de redding uit de innerlijke leegte leek te zijn, vormt nu juist de ultieme confrontatie daarmee. Steeds als je contact hebt met die persoon, word je geconfronteerd met je eigen leegte. Hij of zij is nu de verpersoonlijking van de niet vervulde belofte geworden. Zo kan liefde omslaan in haat.
Haat is daarmee nauw verbonden met wat wij in het algemeen 'liefde' noemen. Die liefde belooft dat wij door de geliefde ander weer heel zullen worden. Het is daarmee een vorm van liefde die gericht is op onze eigen behoeften. Romantische liefde - luister maar naar alle liedjes op de radio - is een duidelijk voorbeeld van 'behoeftige liefde'. Het is niet Liefde met de hoofdletter L. In Liefde met de hoofdletter L is er geen egocentrische behoefte te bespeuren. Die Liefde heeft geen strategisch doel, gaat niet uit van gemis of gebrek. Zij 'is' gewoon.
De haat jegens de ander is nooit terecht, want een ander kán je innerlijke leegte niet vervullen. Hij of zij kan de pijn soms even wegnemen, zoals een paracetamol de hoofdpijn kan verdoven. Erkenning is als een pijnstiller. De leegte raakt niet weg, alleen verdoofd, voor heel even. Waarom kan een ander de leegte niet wegnemen? Omdat ons gevoel van innerlijke leegte, hoe werkelijk het ook voelt, een illusie is. Wat niet bestaat, kan niet weggenomen worden. De werkelijkheid is, dat wij die leegte nooit hebben gehad, dat wij al heel zijn, dat we geen gebrek hebben. Wij voelen die leegte alleen maar, omdat we ons hebben leren identificeren met onze persoonlijkheid. De persoonlijkheid is de 'verpersoonlijking' van onvolledigheid. Het is de persoonlijkheid, dat zelf geconstrueerde deel van ons, dat de onvolledigheid voelt. De persoonlijkheid kan niet anders. Dat is de nare 'catch' in dit verhaal: de 'raison d'être van de persoonlijkheid is ons gevoel van leegte. Door ons te verlaten op de redding die onze persoonlijkheid ons belooft, zijn we voor altijd gekluisterd aan dat gevoel van leegte.
Mochten we er ooit achter komen dat er geen leegte is, dat we al heel zijn, dan verliest de persoonlijkheid in haar traditionele vorm haar functie. Waarschijnlijk blijft ze gewoon bestaan, als een instrument, maar de behoeftigheid raakt verloren. We zijn dan niet meer 'egocentrisch'. We houden er dan mee op voortdurend de vraag te stellen: 'Hoe zit het met mij? Wie denkt er aan mij? We hebben de ander dan niet meer nodig om ons te vervullen. We kunnen dan in echt contact treden, niet uit behoeftigheid, maar uit Liefde voor de ander. Of uit Liefde voor ons werk. Want die Liefde is er. Altijd. Zij krijgt de ruimte als we ophouden ons afhankelijk te voelen.
Waarom schrijf ik dit op? Zijn dit niet hoogdravende ideeën die alleen relevant zijn voor spirituele zwevers? Gaat dit nog over de wereld waarin wij leven? Jazeker. Bijna alles wat wij in onze wereld gemaakt hebben, is gebaseerd op onze persoonlijkheid en haar gemis. Werk is niet alleen een expressie van onze talenten, maar vooral ook een poging om erkenning te krijgen. Vraag een willekeurig persoon maar eens naar zijn diepste verlangen. Steeds weer worden 'erkenning', 'waardering', en 'gezien worden' genoemd. We hebben onze organisaties ingericht als mechanismen van erkenning en waardering. Status en salaris zijn mechanismen van erkenning, net als beoordelingsgesprekken, carrièrepaden, en aandeelhouderswaarde. Zo raken wij slaven van onze behoeften, maar we raken nooit vervuld, want we vervullen een illusie, net zoals de alcoholverslaafde alcohol gebruikt als illusoire uitweg. Dát is de diepere bron van de hebzucht die nu algemeen als bron van de crisis wordt gezien. Het gaat de superrijken niet om geld maar om erkenning. Hoe kan het anders zijn? En het is de diepere bron van de schade die wij het milieu toebrengen. Wij zijn tot alles in staat om ons gevoel van leegte te vervullen.
Hoe kunnen we dit beëindigen? Hoe kunnen wij onze allesverslindende honger naar erkenning stoppen? Er is slechts één manier: door ons bewust te worden waar we mee bezig zijn. Door ons bewust te worden van onze verslavingen. Door ons bewust te worden van de hopeloosheid en schadelijkheid daarvan. En door ons te her-inneren dat wij al heel zijn. Dat is nog een lange weg, maar er is geen alternatief. Zolang we onze illusies blijven najagen, zullen we vernietigend zijn voor onze omgeving, voor de medemens. Pas als we de Liefde met de hoofdletter L volledig omarmen, zullen wij organisaties kunnen vormen die de wereld en de mensen daarin dienen, in plaats van uitbuiten.