Worstelen met 'de blauwe plek' - over het belang van kwetsbaarheid
Iedereen worstelt met iets. Het kan zijn de angst verlaten te worden, fouten te maken, er niet bij te horen, de aandacht op je te richten, en zo verder. We worstelen niet alleen met de dingen in de buitenwereld, maar ook met iets in onszelf. In mijn boek Weg van de eenvoud noem ik dat de blauwe plek, omdat dat 'iets' waar je mee worstelt met een oude pijn te maken heeft. Een pijnlijk gegeven uit het begin van je leven, toen je nog kwetsbaar was. Zo kan een afwezige ouder je de angst hebben gegeven om verlaten te worden, of kan een opvoeding waar liefde altijd gekoppeld werd aan je prestaties je de angst hebben gegeven 'niet goed genoeg' te zijn. Ook als je volwassen wordt, blijft de gevoeligheid daarvoor bestaan. Die gevoeligheid is als een blauwe plek, waarin de verwonding van eerder je gevoelig maakt in het nu.
De blauwe plek
De term blauwe plek geeft de indruk dat het slechts een pijntje is, maar het is meer, veel meer. De blauwe plek voelt onbewust zó groot, dat wij er ogenschijnlijk alles voor over hebben die plek niet te hoeven voelen. De blauwe plek zorgt ervoor dat je steeds weer omtrekkende bewegingen maakt, bijvoorbeeld door ervoor te zorgen dat je nooit fouten maakt, want als je geen fouten maakt voel je de oude pijn van de afwijzing niet.Oefenen in ontwijken
In de loop van ons leven verfijnen we het gedragsrepertoire dat ons moet helpen om de blauwe plek te ontwijken. Als fouten maken je angst is, dan word je een perfectionist, iemand die op de details let, die alles onder controle houdt. Maar, hoe bedreven we ook raken in ons gedragsrepertoire, het kan het gevoel van kwetsbaarheid niet werkelijk verhelpen. Zo voelt de perfectionist zich voortdurend kwetsbaar, want hij weet dat iedere fout hem diep zal raken, precies waar het pijn doet. Zo blijft hij gevangen in perfectionisme en controledrang. Het is een vicieuze cirkel.
Leren dat het niet meer 'waar' is
Wat te doen? Hoe kunnen we ons minder kwetsbaar voelen? De oplossing is eigenlijk heel eenvoudig: de perfectionist dient zich af te vragen wat hij ontwijkt in zijn perfectionisme en controledrang. Als hij dat doet, in alle eerlijkheid, dan zal hij ontdekken dat hij een gevoel ontwijkt dat gevoeld wil worden, een gevoel waar hij hoe dan ook naar toe moet, is het niet vandaag, dan een andere dag. Hij moet ernaar toe, steeds weer, om te leren dat het niet meer 'waar' is. Dat hij een angst voelt die hoort bij een situatie die nu niet meer speelt.
Dat is de 'echte waarheid', die zegt dat je niet zo kwetsbaar bent als je je voelt. Die ontdekking geeft hernieuwde kracht, omdat deze de illusie van kwetsbaarheid ontmaskert. Daarom wordt vaak gezegd, dat een kwetsbare opstelling je krachtig maakt.
Dat is de 'echte waarheid', die zegt dat je niet zo kwetsbaar bent als je je voelt. Die ontdekking geeft hernieuwde kracht, omdat deze de illusie van kwetsbaarheid ontmaskert. Daarom wordt vaak gezegd, dat een kwetsbare opstelling je krachtig maakt.
Ophouden met de omtrekkende beweging
Uiteindelijk is het maar een kleine beweging om met al die omtrekkende bewegingen op te houden. Steeds wanneer je voelt dat je iets ontwijkt, wees dan eerlijk tegen jezelf en 'ga ernaar toe'. Dat betekent: breek de omtrekkende beweging af en zet koers naar waar je omheen trekt. Een dergelijke houding naar jezelf vraagt bewustzijn, maar vooral eerlijkheid. Eerlijkheid naar jezelf en anderen. Eerlijkheid begint bij te erkennen hoe oneerlijk je bent. Wij zijn heel vaak oneerlijk tegen onszelf en anderen, zo vaak, dat we onze oneerlijkheid soms met moeite herkennen.
Alleen door je oude blauwe plekken te voelen, kun je langzaamaan gaan voelen dat deze 'oud' zijn. Dan zie je dat je veel krachtiger bent dan je je 'gevangen in het verleden' voelt.